rechtvaardig, geheel en al. 11 Ze zijn begeerlijker dan goud, dan fijn goud in overvloed, en zoeter dan honing, dan honing vers uit de raat. Ezechiël 45:9-11 9 Dit zegt God, de HEER: Zo is het genoeg, vorsten van Israël, stop met onderdrukking en geweld, wees goed en rechtvaardig en verdrijf mijn volk niet langer van zijn grond – spreekt God, de HEER. 10 Gebruik een zuivere weegschaal, een zuivere efa en een zuivere bat. 11 De efa en de bat moeten een en dezelfde inhoud hebben: een bat bevat een tiende ezelslast, net als een efa. De ezelslast is de standaardmaat.
Micha 6:8-13 8 Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God. 9 Hoor, de HEER roept tot de stad – wie wijs is heeft ontzag voor uw naam. Hoor het striemen van de roede: wie zou er dan nog voor haar getuigen? 10 Zou ik geen aandacht schenken aan de schatten in het huis van een gewetenloos mens, schatten door onrecht verkregen, of aan die ondermaatse efa, die om vergelding schreeuwt? 11 Zou ik een onzuivere weegschaal, een buidel met valse gewichten door de vingers zien? 12 De rijken van de stad zijn een en al geweld, haar inwoners zijn bedriegers, ze hebben een leugenachtige tong. 13 Daarom ook ben ik begonnen je te slaan, je te treffen vanwege je zonden. Matteüs 21:12-13 12 Jezus ging de tempel binnen, hij joeg iedereen weg die daar iets kocht of verkocht, gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver 13 en riep hun toe: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een huis van gebed zijn,” maar jullie maken er een rovershol van!’ Lucas 19:5-10 5 Toen Jezus daar langskwam, keek hij naar boven en zei: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet ik in jouw huis verblijven.’ 6 Zacheüs kwam meteen naar beneden en ontving Jezus vol vreugde bij zich thuis. 7 Allen die dit zagen, zeiden morrend tegen elkaar: ‘Hij is het huis van een zondig mens binnengegaan om onderdak te vinden voor de nacht.’ 8 Maar Zacheüs was gaan staan en zei tegen de Heer: ‘Kijk, Heer, de helft van mijn bezittingen geef ik aan de armen, en als ik iemand iets heb afgeperst vergoed ik het viervoudig.’ 9 Jezus zei tegen hem: ‘Vandaag is dit huis redding ten deel gevallen, want ook hij is een zoon van Abraham. 10 De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.’ 2 Korintiërs 5:10 Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zodat ieder van ons krijgt wat hij verdient voor wat hij in zijn leven heeft gedaan, of het nu goed is of slecht. Hebreeën 4:13 Niets van wat geschapen is blijft voor hem verborgen, alles is onverhuld en volkomen zichtbaar voor de ogen van hem aan wie wij rekenschap moeten afleggen.
Genesis 9:7 Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de hele aarde.’
Vind het getal dat in elk genoemde vers te vinden is en pas de gespecificeerde rekenkundige operatie toe.
Begin met 1 Timoteüs 3:2,
Tel erbij Exodus 20:9,
Deel door Genesis 1:16,
Tel erbij Openbaring 11:9 (incl. breuken)
Min Marcus 13:27,
Vermenigvuldig met Petrus I, 3:20,
Tel erbij Samuël I, 17:40,
Tel erbij Efeziërs 4:6,
Deel door Daniel 6:10-11,
Tel erbij Genesis 7:17,
Vermenigvuldig met Korintiërs I, 13:13,
Deel door Genesis 7:24,
Tel erbij Mattheüs 26:15-16,
-------------------------------------
Resultaat = ?
1 Timoteüs 3:2 Een opziener moet onberispelijk zijn. Hij kan slechts de man van één vrouw zijn en hij moet sober, bezonnen, gematigd, gastvrij en een goede leraar zijn. Exodus 20:9 Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, Genesis 1:16 God maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over de nacht te heersen, en ook de sterren. Openbaring 11:9 Gedurende drie-en-een-halve dag komen er mensen uit alle landen en volken, van elke stam en taal, om hun lijken te zien, en zij dulden niet dat ze begraven worden. Marcus 13:27 Dan zal hij de engelen eropuit sturen om zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeen te brengen, van het uiteinde van de aarde tot het uiteinde van de hemel. 1 Petrus 3:20 aan hen die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen, toen God geduldig wachtte en de ark gebouwd werd. In de ark werden slechts enkele mensen, acht in totaal, van de watervloed gered, 1 Samuel 17:40 Hij pakte zijn stok, zocht vijf ronde stenen uit de rivierbedding en stopte die in zijn herderstas. Toen liep hij op de Filistijn af, zijn slinger in de hand. Efeziërs 4:6 één God en Vader van allen, die boven allen, door allen en in allen is. Daniël 6:10-11 10 Hierop stelde koning Darius het verbod op schrift. 11 Toen Daniël hoorde van het besluit dat op schrift gesteld was, ging hij naar zijn huis. In zijn bovenvertrek had hij in de richting van Jeruzalem open vensters. Daar knielde hij neer, bad tot zijn God en prees hem, precies zoals driemaal per dag zijn gewoonte was. Genesis 7:17 De vloed overstroomde de aarde veertig dagen lang. Het water steeg en de ark werd opgetild, zodat hij van de aarde loskwam. 1 Korintiërs 13:13 Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde. Genesis 7:24 Honderdvijftig dagen lang was de aarde helemaal met water bedekt. Matteüs 26:15 en zei: ‘Wat krijg ik van u als ik hem aan u uitlever?’ Ze betaalden hem dertig zilverstukken. 16 Vanaf dat moment zocht hij een gunstige gelegenheid om hem uit te leveren.