De opkomst van Jezus Christus

Jehovah God zei tegen Jezus Christus: Mijn zoon ga naar de Aarde en zei tegen de valse profeten en de overheid dienaars van Lucifer en de demonen: Jehovah God heeft gezegd: laat mijn volk vrij ''wie in de Zoon Jezus Christus gelooft heeft eeuwig leven''. Als Lucifer en zijn dienaars weigeren, zal Jehovah God het bloed van zijn lievelingszoon Jezus Christus offerte om de straf van onze zonden te betalen zodat wij van deze straf gered kunnen worden. Zo kan Jezus Christus als koningen, voor eeuwig heersen op de troon, in Gods Nieuwe wereld en wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen.  Toen heeft God zijn Zoon, Jezus Christus, naar deze wereld gezonden in de buik van Maria.

Matteüs 1:18 De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest.

Johannes 3:16 Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Johannes 3:36 Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen; integendeel, Gods toorn blijft op hem rusten.’ Matteüs 27:46-53 46 Aan het einde daarvan, in het negende uur, gaf Jezus een schreeuw en riep luid: ‘Eli, Eli, lema sabachtani?’ Dat wil zeggen: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ 47 Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: ‘Hij roept om Elia!’ 48 Meteen kwam er uit hun midden iemand toegesneld die een spons pakte en in zure wijn doopte. Hij stak de spons op een stok en probeerde hem te laten drinken. 49 De anderen zeiden: ‘Niet doen, laten we eens kijken of Elia hem komt redden.’ 50 Nog eens schreeuwde Jezus het uit, toen gaf hij de geest. 51 Op dat moment scheurde in de tempel het voorhangsel van boven tot onder in tweeën, en de aarde beefde en de rotsen spleten. 52 De graven werden geopend en de lichamen van veel gestorven heiligen werden tot leven gewekt; 53 na Jezus’ opstanding kwamen ze uit de graven, gingen de heilige stad binnen en maakten zich bekend aan een groot aantal mensen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten