Aan welke eisen voldoet een goede leider van Gods Gemeente?
Hoort apostel Paulus
1 Timoteüs 3:3 Hij mag niet te veel drinken of driftig zijn, maar hij moet vredelievend en vriendelijk zijn, en niet geldzuchtig.1 Timoteüs 3:2 Een opziener moet onberispelijk zijn. Hij kan slechts de man van één vrouw zijn en hij moet sober, bezonnen, gematigd, gastvrij en een goede leraar zijn. 1 Timoteüs 3:4-9 Hij moet zijn huisgezin goed leiden en op een waardige manier gezag over zijn kinderen uitoefenen. 5 Als iemand geen leiding kan geven aan zijn huisgezin, hoe zou hij dan voor de gemeente van God kunnen zorgen? 6 Hij mag ook niet iemand zijn die net bekeerd is; anders raakt hij verblind en valt hij ten prooi aan de duivel. 7 Verder moet hij buiten de gemeente een goede reputatie hebben, zodat hij niet in opspraak komt en door de duivel wordt gestrikt.8 Ook een diaken moet zich waardig gedragen. Hij moet oprecht zijn, mag niet overmatig veel wijn drinken en niet hebzuchtig zijn; 9 hij moet vasthouden aan het mysterie van het geloof, met een zuiver geweten.
Een leider mag niet aan het geld vastzitten, zo'n leider moet een goed man zijn en op zijn leven mag niets aan te merken zijn. Hij mag maar één vrouw hebben en moet beheerst, attent en ordelijk zijn. Hij moet het fijn vinden om gasten te ontvangen en goed onderwijs kunnen geven. Hij mag geen drinker of driftkop zijn, maar is vriendelijk en vredelievend. Hij moet een goede man en vader zijn die zijn kinderen aankan. Want als iemand zijn eigen gezin niet kan leiden, hoe zou hij dan voor de gemeente van God kunnen zorgen?
BeantwoordenVerwijderen