Jakobus 1:5 5 Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven. 6 Vraag vol vertrouwen, zonder enige twijfel. Wie twijfelt is als een golf in zee, die door de wind heen en weer wordt bewogen. 7-8 Wie zo aarzelend en onberekenbaar is bij alles wat hij doet, moet niet denken dat hij iets van de Heer zal krijgen. 8 [7–8]
Mediteer (bid) het woord van Jehovah God '' U zal er zijn''
Exodus 3: 13-15 13 Maar Mozes zei: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’ 14 Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd.”’ 15 Ook zei hij tegen Mozes: ‘Zeg tegen hen: “De HEER heeft mij gestuurd, de God van uw voorouders, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. En hij heeft gezegd: ‘Zo wil ik voor altijd heten, met die naam wil ik worden aangeroepen door alle komende generaties.’”
Mediteren God voor een gezonden geest en ziel
Psalmen 1
1 Gelukkig de mens
die niet meegaat met wie kwaad doen,
die de weg van zondaars niet betreedt,
bij spotters niet aan tafel zit,
2 maar vreugde vindt in de wet van de HEER
en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht.
3 Hij zal zijn als een boom,
geplant aan stromend water.
Op tijd draagt hij vrucht,
zijn bladeren verdorren niet.
Alles wat hij doet komt tot bloei.
4 Zo niet de wettelozen!
Zij zijn als kaf
dat verwaait in de wind.
5 Wettelozen houden niet stand waar recht heerst,
zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen.
6 De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen,
de weg van de wettelozen loopt dood.
1 Gelukkig de mens
die niet meegaat met wie kwaad doen,
die de weg van zondaars niet betreedt,
bij spotters niet aan tafel zit,
2 maar vreugde vindt in de wet van de HEER
en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht.
3 Hij zal zijn als een boom,
geplant aan stromend water.
Op tijd draagt hij vrucht,
zijn bladeren verdorren niet.
Alles wat hij doet komt tot bloei.
4 Zo niet de wettelozen!
Zij zijn als kaf
dat verwaait in de wind.
5 Wettelozen houden niet stand waar recht heerst,
zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen.
6 De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen,
de weg van de wettelozen loopt dood.
1 Van David, toen hij zich aan het hof van Abimelech als een krankzinnige voordeed en pas wegging toen deze hem verjoeg.
2 De HEER wil ik prijzen, elk uur van de dag,
mijn mond is altijd vol van zijn lof.
3 Laat mijn leven een loflied zijn voor de HEER,
de nederigen zullen het met vreugde horen.
4 Roem met mij de grootheid van de HEER,
sluit u aan om zijn naam te verheffen.
5 Ik zocht de HEER en hij gaf antwoord,
hij heeft mij van alle angst bevrijd.
6 Wie naar hem opzien, stralen van vreugde,
schaamte zal hun gezicht niet kleuren.
7 In mijn verdrukking riep ik tot de HEER,
hij heeft geluisterd en mij uit de nood gered.
8 De engel van de HEER waakt
over wie hem vrezen, en bevrijdt hen.
9 Proef, en geniet de goedheid van de HEER,
gelukkig de mens die bij hem schuilt.
10 Vromen, heb ontzag voor de HEER:
wie hem vreest lijdt geen gebrek.
11 Jonge leeuwen lopen hongerig rond,
wie de HEER zoekt, ontbreekt het aan niets.
12 Kom, kinderen, luister naar mij,
ik leer je ontzag voor de HEER.
13 Hebben jullie het leven lief,
wil je goede jaren genieten?
14 Behoed dan je tong voor het kwaad,
je lippen voor woorden van bedrog.
15 Mijd het kwade, doe wat goed is,
streef naar vrede, jaag die na.
16 Het oog van de HEER rust op de rechtvaardigen,
zijn oor luistert naar hun hulpgeroep.
17 Toornig ziet de HEER wie kwaad doen aan,
hij wist hun namen op aarde uit.
18 De HEER hoort de kreten van de rechtvaardigen,
hij bevrijdt hen uit de nood,
19 gebroken mensen is de HEER nabij,
hij redt wie zwaar wordt getroffen.
20 Al blijft de rechtvaardige niets bespaard,
de HEER zal hem steeds weer bevrijden.
21 Hij waakt zelfs over zijn beenderen,
niet één ervan wordt verbrijzeld.
22 Een slecht mens komt om door eigen kwaad,
wie een rechtvaardige haat zal boeten,
23 de HEER redt het leven van zijn dienaren,
nooit zal boeten wie schuilt bij hem.
Prijs Jehovah God met je hart, ziel en verstand
Psalmen 104
1 Prijs de HEER, mijn ziel.
HEER, mijn God, hoe groot bent u.
Met glans en glorie bent u bekleed,
2 in een mantel van licht gehuld.
U spant de hemel uit als een tentdoek
3 en bouwt op de wateren uw hoge zalen,
u maakt van de wolken uw wagen
en beweegt u op de vleugels van de wind,
4 u maakt van de winden uw boden,
van vlammend vuur uw dienaren.
5 U hebt de aarde op pijlers vastgezet,
tot in eeuwigheid wankelt zij niet.
6 De oerzee bedekte haar als een kleed,
tot boven de bergen stonden de wateren.
7 Toen u dreigde, vluchtten zij weg,
toen uw donderstem klonk, stoven zij heen:
8 naar hoog in de bergen, naar diep in de dalen,
naar de plaatsen die u had bepaald.
9 U stelde een grens die zij niet overschrijden,
nooit weer zullen zij de aarde bedekken.
10 U leidt het water van de bronnen door beken,
tussen de bergen beweegt het zich voort.
11 Het drenkt alles wat leeft in het veld,
de wilde ezels lessen er hun dorst.
12 Daarboven wonen de vogels van de hemel,
uit het dichte groen klinkt hun gezang.
13 U bevloeit de bergen vanuit uw hoge zalen,
de aarde wordt verzadigd en vruchtbaar:
14 gras laat u groeien voor het vee
en gewassen die de mens moet verbouwen.
Zo zal hij brood winnen uit de aarde
15 en wijn die het mensenhart verheugt,
geurige olie die het gelaat doet stralen,
ja, brood dat het mensenhart versterkt.
16 De bomen van de HEER zuigen zich vol,
de ceders van de Libanon, door hemzelf geplant.
17 De vogels bouwen daar hun nesten,
in hun kronen huizen de ooievaars.
18 De hoge bergen zijn voor de steenbokken,
in de kloven schuilen de klipdassen.
19 U hebt de maan gemaakt voor de tijden,
de zon weet wanneer zij moet ondergaan.
20 Als u het duister spreidt, valt de nacht,
en alles wat leeft in het woud gaat zich roeren.
21 De jonge leeuwen gaan uit op roof,
brullend vragen zij God om voedsel.
22 Bij zonsopgang trekken zij zich terug
en leggen zich neer in hun legers.
23 De mensen gaan aan het werk
en arbeiden door tot de avond.
24 Hoe talrijk zijn uw werken, HEER.
Alles hebt u met wijsheid gemaakt,
vol van uw schepselen is de aarde.
25 Zie hoe wijd de zee zich uitstrekt.
Daar wemelt het, zonder tal,
van dieren, klein en groot.
26 Daar bewegen de schepen zich voort,
daar gaat Leviatan, door u gemaakt om ermee te spelen.
27 En allen zien ernaar uit
dat u voedsel geeft, op de juiste tijd.
28 Geeft u het, dan doen zij zich te goed,
opent zich uw hand, dan worden zij verzadigd.
29 Verberg uw gelaat en zij bezwijken van angst,
ontneem hun de adem en het is met hen gedaan,
dan keren zij terug tot het stof dat zij waren.
30 Zend uw adem en zij worden geschapen,
zo geeft u de aarde een nieuw gelaat.
31 De luister van de HEER moge eeuwig duren,
laat de HEER zich verheugen in zijn werken.
32 Hij richt zijn oog op de aarde en zij beeft,
hij raakt de bergen aan en zij stoten rook uit.
33 Voor de HEER wil ik zingen zolang ik leef,
een lied voor mijn God zolang ik besta.
34 Moge mijn lofzang de HEER behagen,
zoals ik mijn vreugde vind in hem.
35 Zondaars zullen van de aardbodem verdwijnen,
onrechtvaardigen zullen niet meer bestaan.
Prijs de HEER, mijn ziel.
Halleluja!
Wat eist de wet Gods van ons?
Matteüs 22:37 Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 Dat is het grootste en eerste gebod. 39 Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. 40 Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’
God in beweging
Johannes 7:28 Bij zijn onderricht in de tempel zei Jezus luid en duidelijk: ‘U kent mij en u weet waar ik vandaan kom. Maar ik ben niet namens mezelf gekomen; ik ben gezonden door iemand die betrouwbaar is, en hem kent u niet.
Drie-eenheid
Geloven in de huiskamer als antwoord op de individualisering
Kleine geloofsgemeenschappen ontspruiten in diverse Nederlandse huiskamers. De deelnemers vinden er intimiteit die ze in de kerk missen. 'Je kunt God ook ervaren bij het uitruimen van de vaatwasser.'
In een rijtjeshuis op een woonerf in Lelystad komen twaalf vrouwen maandelijks bij elkaar om 'brood voor onderweg' te vinden. "Iemand zei eens tegen me: 'Jullie halen zo de kerken leeg', maar dat is helemaal niet onze bedoeling", zegt Annie Boon, een van hen.
Spiritualiteit zit van binnen
De vrouwen zitten in een kring. In het midden brandt een kaarsje. "Het is een teken dat God in ons midden is", zegt Gabi van Moppes. "We zijn hier niet zomaar een koffiepraatje aan het houden." Op het lichtje na, ontbreekt het de groep en de ruimte aan elk religieus vertoon. Spiritualiteit zit hier van binnen en komt naar buiten in de vorm van woorden.
"Vanavond bespreken we Jan van het Kruis en Theresia van Ávila", opent Myra Swarte de bijeenkomst schuchter. De groep is te gast in haar huis en zij fungeert deze keer als voorganger. In plaats van brood en wijn deelt ze koffie, thee en kerstkransjes. Wat ze vertelt over de zestiende-eeuwse mystici Jan van het Kruis en Theresia van Ávila heeft ze van internet gehaald.
Leren van zestiende-eeuwse heiligen
Avonden als deze, zegt Swarte, zijn bedoeld om uit te zoeken 'waar de oude verhalen eigen worden'. "Wat kunnen we leren van deze zestiende-eeuwse heiligen?", vraagt ze de andere vrouwen. Langzaam komt de discussie op gang. "Om in jezelf het licht van God te ervaren, moet je wel haast een kluizenaar worden net als Jan van het Kruis", denkt iemand. "Nee hoor", klinkt het van verschillende kanten geruststellend, "bij het uitruimen van de vaatwasser en het wachten op koffie kan het ook gebeuren." Lees meer op http://www.volkskrant.nl
Symposium ‘Mobiele kerken’
Symposium ‘Mobiele kerken’
Een persoonlijke impressie
in een combinatie van feiten, interpretatie en beleving.
Op vrijdag 4 november 2011 vond er in de Universiteitsbibliotheek van de Uithof te Utrecht een symposium plaats over Mobiele Kerken. De organisatie van dit symposium berustte bij Luce/Centrum voor Religieuze Communicatie (CRC) in samenwerking met de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg. Namens de Mariënburgvereniging heb ik aan dit symposium deelgenomen. In een druk bezette Bibliotheekzaal van de Universiteit Utrecht werd de aftrap gegeven van een zeer informatief ochtendprogramma met 2 lezingen, in de middag gevolgd door 3 parallelle workshops.
De algemene aanleiding voor dit symposium is het ontstaan in West-Europa, mede door samenwerking en samenvoeging, van een nieuw type parochie waarin een bijzondere plaats is weggelegd voor kleine geloofsgroepen. Dit type geloofsgroepen wordt in verschillende benamingen aangegeven, zoals small christian communities, kleine geloofsgroepen, online-communities, huisgemeenten, huiskerken, huiskamervieringen, kleine kernen, of kleine geloofsgemeenschappen, bezielde verbanden, bijbel- en leesgroepen. In de jaren 60/70 van de vorige eeuw leken de basisgroepen en ecclesiagroepen veel op kleine geloofsgemeenschappen. Deze groepen van losse religieuze verbanden kwamen trouwens altijd al voor. Zo hebben de Rederijkerskamers er iets van weg. Maar ook in de zo gistende periode 1550-1660 was er sprake van een religieuze veelkleurigheid die gepaard ging met een klimaat van geestelijke tolerantie. Zie de boeiende beschrijving van deze tijd in het tijdschrift Herademing nr.73 / september 2011 door prof.dr Anton Vernooij. Ook in die tijd kwam men niet samen in een kerk, maar bij iemand thuis. Er was een duidelijk onderscheid zowel bij protestanten als bij katholieken tussen de eigenlijke eredienst en huiselijke devotie. Bij de katholieken (de Romana) zorgde de verpriesterlijking van de liturgie, bevorderd door het Concilie van Trente, dat het kerkvolk onder de mis zijn toevlucht nam tot devotionele praktijken. Deze praktijken werden overigens door zielzorgers uit pastorale motieven sterk bevorderd. Er bestond dus een onderscheid tussen publieke en private eredienst. Mooi zoals Vernooij een protestpamflet uit die tijd citeert waarin een kolonel, een Zwitserse calvinist uit het Franse leger, meldt dat hij de vele groeperingen van religieuze bewegingen niet goed kan plaatsen. “Ze kunnen vrij hun diensten houden en God dienen zoals ze willen. Ik zou ze ‘Zoekenden’ willen noemen, omdat ze nog op zoek zijn naar een andere religie dan de zojuist genoemde”. Er blijkt dus niet zo heel veel nieuws onder de zon te zijn, behalve misschien dan het klimaat van geestelijke tolerantie dat er in die tijd heerste. In de huiskamers nu, komen gelovigen, eerder dan in het kerkgebouw, bij elkaar voor gebed, bijbellezing, zang, en diaconie (zorg voor elkaar en offerbereidheid). Het mobiele, persoonlijke karakter van deze geloofsgroepen laat zich niet zo direct in de gevestigde instituten vatten. Zie bijvoorbeeld de beschrijving van de Huiskamerkerk de Sekte te Utrecht in het vorige Mariënburgtijdschrift nr. 3 van september 2011.
Karakteristiek voor deze kleine geloofsgemeenschappen is de kleinschaligheid, het persoonlijke karakter, de behoefte aan een doorleefd geloof en pastorale nabijheid. Het zijn geen gesprek- of discussiegroepen, het gaat niet om het bespreken van leerstellingen, maar om uitwisseling van ervaringen. Het gaat in de huidige spiritualiteit niet allereerst om het beleerd worden maar om geraakt te worden. Verder bestaat er lang niet altijd een formele band met de bestaande parochie. Op sommige plaatsen ontstaan zelfs spanningen en kleine schisma’s tussen de oude parochiekerken en deze nieuwe bewegingen. Een recent voorbeeld hiervan is de San Salvator parochiegemeenschap in Den Bosch, die door het Bisdom ’s-Hertogenbosch uit het eigen kerkgebouw is gezet (ook uit de kerk?) en nu onder de naam San Salvator in Beweging als zelfstandige geloofsgemeenschap elders onderdak heeft moeten zoeken. In de kern gaat het bij mobiele kerken om geloofsopbouw en geloofsverdieping in aansluiting op deze tijd. Het is ook een vorm van aggiornamento, van een poging tot aansluiting van het geloof, de geloofsinhoud aan deze tijd. Iets wat de Mariënburgvereniging bijvoorbeeld ook beoogt met haar geloofscampagne rond het Credo, de Geloofsbelijdenis van de katholieke kerk. Het thema mobiele kerken is mede op grond van boven beschreven ontwikkelingen actueel genoeg om er een landelijke studiedag aan te wijden. Lees meer op http://www.rk-kerkplein.org
Leren omgaan met pijn
Ga naar God toe
Matteüs 11:28-30 28 Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. 29 Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, 30 want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’Wil je graag een schenking van heilige Geest ontvangen?
Mediteert dan het Woord van God!
Lucas 11:9-13 13 Daarom zeg ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. 10 Want wie vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. 11 Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om een vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven? 12 Of een schorpioen, als het om een ei vraagt? 13 Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen.’Eigen Kerk leren bouwen
Wil je eigen Kerk leren bouwen en zodat God bij je komen wonen? Lees dan de Bijbel online, gratis aangeboden door Nederlands Bijbelgenootschap.
1 Korintiërs 13:8-10 8 De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – 9 want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt. 10 Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen. 1 Korintiërs 13:13 Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.
Johannes 14:23 Jezus antwoordde: ‘Wanneer iemand mij liefheeft zal hij zich houden aan wat ik zeg, mijn Vader zal hem liefhebben en mijn Vader en ik zullen bij hem komen en bij hem wonen.
1 Korintiërs 13:8-10 8 De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – 9 want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt. 10 Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen. 1 Korintiërs 13:13 Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.
Johannes 14:23 Jezus antwoordde: ‘Wanneer iemand mij liefheeft zal hij zich houden aan wat ik zeg, mijn Vader zal hem liefhebben en mijn Vader en ik zullen bij hem komen en bij hem wonen.
Jouw hart is de kerk van God, je kunt God in jouw geest en hart vinden.
Als ik Gods woord doorgeef en alle geheimen doorgrond, maar als ik geen liefde heb, ben ik niets
Liefde voor God maar ook van onze broeders en zusters
1 Korintiërs 13:2 Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. 1 Korintiërs 13:4-6 4 De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. 5 Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, 6 ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid.
1 Johannes 4:19-21 19 Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad. 20 Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft. 21 We hebben dan ook dit gebod van hem gekregen: wie God liefheeft, moet ook de ander liefhebben.
1 Korintiërs 13:2 Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. 1 Korintiërs 13:4-6 4 De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. 5 Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, 6 ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid.
De kerk en geld, waar draait het eigenlijk om?
Gescheiden
Een aantal jaren later ben ik gescheiden. Ik kwam niet veel meer in de kerk, was teleurgesteld, en uiteindelijk kwam er veel oud zeer boven. Geloven kan ik ook zonder de kerk is mijn motto. Maar ook na de scheiding kwamen de rekeningen van de kerk gewoon binnen op mijn nieuwe adres. Geen dominee of ouderling, nee rekeningen. Ik verhuisde naar een andere plaats, en je raad het, ik was zo ineens lid van een andere kerk. Er werd me een zonnebloem bezorgd en ik kreeg elke maand een boekje van de kerk. Maar nooit met iemand gesproken, ik had zomaar een lidmaatschap van een kerkblaadje aan mijn broek zitten. Ik kwam erachter toen ik de rekening kreeg. Vervolgens weigerde ik die te betalen en liet weten dat ik dit blaadje niet wenste en geen rekeningen meer wilde krijgen voor iets wat ik niet besteld had. Maar waarschijnlijk willen ze daar niet van weten, want ik bleef het blaadje wel krijgen. Verschillende malen heb ik het teruggestuurd, maar het hielp niet.
1 Korintiërs 13:8-10 8 De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – 9 want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt. 10 Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen 1 Korintiërs 13:13 Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.
De rekeningen
Uiteindelijk kreeg ik weer rekeningen binnen. Intussen was ik erg ziek geworden, kon, maar wilde niet meer betalen voor het lidmaatschap van de kerk, en een maandloon, wanneer je schulden hebt, kun je echt niet missen. Uiteindelijk vroeg ik mij af wat er met al dat geld gebeurt. Voor de jeugd was er geen geld, wie strijkt het op? Er moet nog zoveel aan de kerk gebeuren, af en toe in de steigers, dan is er weer geld nodig voor een of andere tentoonstelling die in de kerk moet komen. Moet ik daarvoor betalen? En wat is er mis met het geld dat in de collectezakken komt? Gaat dat alleen naar de zending? Lees verder op pazilla.com
Een aantal jaren later ben ik gescheiden. Ik kwam niet veel meer in de kerk, was teleurgesteld, en uiteindelijk kwam er veel oud zeer boven. Geloven kan ik ook zonder de kerk is mijn motto. Maar ook na de scheiding kwamen de rekeningen van de kerk gewoon binnen op mijn nieuwe adres. Geen dominee of ouderling, nee rekeningen. Ik verhuisde naar een andere plaats, en je raad het, ik was zo ineens lid van een andere kerk. Er werd me een zonnebloem bezorgd en ik kreeg elke maand een boekje van de kerk. Maar nooit met iemand gesproken, ik had zomaar een lidmaatschap van een kerkblaadje aan mijn broek zitten. Ik kwam erachter toen ik de rekening kreeg. Vervolgens weigerde ik die te betalen en liet weten dat ik dit blaadje niet wenste en geen rekeningen meer wilde krijgen voor iets wat ik niet besteld had. Maar waarschijnlijk willen ze daar niet van weten, want ik bleef het blaadje wel krijgen. Verschillende malen heb ik het teruggestuurd, maar het hielp niet.
1 Korintiërs 13:8-10 8 De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – 9 want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt. 10 Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen 1 Korintiërs 13:13 Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.
De rekeningen
Uiteindelijk kreeg ik weer rekeningen binnen. Intussen was ik erg ziek geworden, kon, maar wilde niet meer betalen voor het lidmaatschap van de kerk, en een maandloon, wanneer je schulden hebt, kun je echt niet missen. Uiteindelijk vroeg ik mij af wat er met al dat geld gebeurt. Voor de jeugd was er geen geld, wie strijkt het op? Er moet nog zoveel aan de kerk gebeuren, af en toe in de steigers, dan is er weer geld nodig voor een of andere tentoonstelling die in de kerk moet komen. Moet ik daarvoor betalen? En wat is er mis met het geld dat in de collectezakken komt? Gaat dat alleen naar de zending? Lees verder op pazilla.com
De anti-mens is een WEZEN die tegen de mens (schepsel van God)
De Anti-mens:
Samengevat: Hier omschrijf ik wezens die onder ons zijn die geen mensen zijn en een natuurlijke vijand zijn van de echte mensen. Meerderen hebben er artikelen over geschreven op internet en doen er onderzoek naar. Hoewel je dit soort ideeën ook bij psychisch gestoorde mensen tegenkomt gaat het hier om objektieve waarnemingen en ervaringen van verschillende mensen. Ik heb de gegevens jarenlang geverifieerd; deze mensen die er over schrijven hebben gelijk! Keer op keer heb ik de bewijzen ervan gevonden en dat is een kontinu proces geworden.
"De anti-mens is een WEZEN die tegen de mens (schepsel van God) is èn tegen God en alle andere dingen van de Schepper. Deze wezens zijn voortdurend in strijd tegen God de Almachtige en zijn Engelen en zijn Kinderen. Deze wezens lijken alleen maar te kunnen en willen vernietigen en hebben al veel schade aangericht tijdens het Intermezzo(door God ingesteld tijdperk tussen het Koninkrijk van God dat was en komt). De anti-mens is de natuurlijke vijand van de mens.
DE ANTI-MENS IS GÉÉN MENS.
Anti-mensen zijn geen echte mensen ook al lijken de meesten er nog enigszins op kwa uiterlijk. Waarom is dat zo, en moeten we dat letterlijk nemen?
De anti-mens heeft niet het WEZEN van een mens en is dus geen mens. Het WEZEN bepaalt wat je bent. Dus als je niet het wezen van een mens hebt dan bèn je geen mens, maar wat anders.
Bij anti-mensen gaat het dus NIET om een soort van mensen of mensen met bepaalde eigenschappen. De anti-mens is een ANDER SOORT WEZEN dan de mens.
En dit is letterlijk zo en niet bij wijze van spreken!
Er is nog relatief weinig bekend over deze wezens, maar er wordt op dit moment door een aantal mensen in de wereld onderzoek naar gedaan.
Wij proberen mensen te informeren en bewust te maken van wat er aan de hand is en vragen MENSEN te verifiëren wat er over deze wezens geschreven wordt. We proberen alleen maar objektief feiten vast te stellen en door te geven en elkaars waarnemingen te verifiëren.
Daarnaast proberen we een zo goed mogelijke strategie te ontwikkelen om met de problematiek om te gaan. Uw medewerking is zeer gewenst."
Bron: http://brahmahum.mysites.nl
Satan lucifer en demonen zijn Anti-Mens en Anti-Christ
'Adam had volledige macht op Aarde' Wanneer Adam en Eva de appel hebben gegeten en de zondeval toen Had Satan de macht gekregen. Dankzij Lieve Jezus Christus, die voor ons is gestorven en onze zonden weggenomen.' Matteüs 28:18 Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde.
Hebreeën 9:28 Net zo zeker is het dat Christus, die eenmaal is geofferd om de zonden van velen te dragen, voor een tweede maal zal verschijnen om te redden wie hem verwachten, maar dan gaat het niet meer om de zonde.
Johannes 1:3-5 3 Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat.4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5 Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. Genesis 1:27 God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen.
De tuin van Eden
Genesis 2:7 Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen. Genesis 2:15-16 15 God, de HEER, bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken. 16 Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, 17 maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’ Genesis 2:19 Toen vormde hij uit aarde alle in het wild levende dieren en alle vogels, en hij bracht die bij de mens om te zien welke namen de mens ze zou geven: 22 Uit de rib die hij bij de mens had weggenomen, bouwde God, de HEER, een vrouw en hij bracht haar bij de mens. Genesis 2:23 Toen riep de mens uit: ‘Eindelijk een gelijk aan mij, Ezechiël 28:13 Je leefde in Eden, in de tuin van God, Ezechiël 28:13-15 13 Op de dag dat je geschapen werd lagen ze klaar. 14 Je was een cherub, je vleugels beschermend uitgespreid, je was door mij neergezet op de heilige berg van God, waar je wandelde tussen vurige stenen. 15 Je was onberispelijk in alles wat je deed, vanaf de dag dat je was geschapen tot het moment dat het kwaad vat op je kreeg. Genesis 3:1-7 1 Van alle in het wild levende dieren die God, de HEER, gemaakt had, was de slang het sluwst. Dit dier vroeg aan de vrouw: ‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’ 2 ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten,’ antwoordde de vrouw, 3 ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’ 4 ‘Jullie zullen helemaal niet sterven,’ zei de slang. 5 ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’ 6 De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan. 7 Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van.
Het lijden veroorzaakt door de Satan
Job 2:1-10 1 Op een dag kwamen de hemelbewoners hun opwachting maken bij de HEER, en ook Satan maakte bij hem zijn opwachting. 2 De HEER vroeg aan Satan: ‘Waar kom je vandaan?’ Hij antwoordde: ‘Ik heb rondgezworven en rondgedoold op aarde.’ 3 De HEER vroeg aan Satan: ‘Heb je ook op mijn dienaar Job gelet? Zoals hij is er niemand op aarde: hij is rechtschapen en onberispelijk, hij heeft ontzag voor God en mijdt het kwaad. Ja, hij is nog even onberispelijk als altijd, en jij hebt mij ertoe aangezet hem zonder reden te gronde te richten.’ 4 Hierop zei Satan: ‘Zijn leven is hem alles waard. Daarvoor geeft hij zijn hele bezit. 5 Maar als u uw hand naar hem uitstrekt en zijn lichaam aantast, zal hij u ongetwijfeld in uw gezicht vervloeken.’ 6 Toen zei de HEER tegen Satan: ‘Goed, doe met hem wat je wilt, maar spaar zijn leven.’ 7 Hierop vertrok Satan en overdekte Job van voetzool tot kruin met kwaadaardige zweren. 8 Job pakte een potscherf om zich te krabben, terwijl hij in het stof en het vuil zat. 9 Zijn vrouw zei tegen hem: ‘Waarom blijf je zo onberispelijk? Vervloek God toch en sterf.’
Hebreeën 9:28 Net zo zeker is het dat Christus, die eenmaal is geofferd om de zonden van velen te dragen, voor een tweede maal zal verschijnen om te redden wie hem verwachten, maar dan gaat het niet meer om de zonde.
De tuin van Eden
Genesis 2:7 Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen. Genesis 2:15-16 15 God, de HEER, bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken. 16 Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, 17 maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’ Genesis 2:19 Toen vormde hij uit aarde alle in het wild levende dieren en alle vogels, en hij bracht die bij de mens om te zien welke namen de mens ze zou geven: 22 Uit de rib die hij bij de mens had weggenomen, bouwde God, de HEER, een vrouw en hij bracht haar bij de mens. Genesis 2:23 Toen riep de mens uit: ‘Eindelijk een gelijk aan mij, Ezechiël 28:13 Je leefde in Eden, in de tuin van God, Ezechiël 28:13-15 13 Op de dag dat je geschapen werd lagen ze klaar. 14 Je was een cherub, je vleugels beschermend uitgespreid, je was door mij neergezet op de heilige berg van God, waar je wandelde tussen vurige stenen. 15 Je was onberispelijk in alles wat je deed, vanaf de dag dat je was geschapen tot het moment dat het kwaad vat op je kreeg. Genesis 3:1-7 1 Van alle in het wild levende dieren die God, de HEER, gemaakt had, was de slang het sluwst. Dit dier vroeg aan de vrouw: ‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’ 2 ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten,’ antwoordde de vrouw, 3 ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’ 4 ‘Jullie zullen helemaal niet sterven,’ zei de slang. 5 ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’ 6 De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan. 7 Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van.
Het lijden veroorzaakt door de Satan
Job 2:1-10 1 Op een dag kwamen de hemelbewoners hun opwachting maken bij de HEER, en ook Satan maakte bij hem zijn opwachting. 2 De HEER vroeg aan Satan: ‘Waar kom je vandaan?’ Hij antwoordde: ‘Ik heb rondgezworven en rondgedoold op aarde.’ 3 De HEER vroeg aan Satan: ‘Heb je ook op mijn dienaar Job gelet? Zoals hij is er niemand op aarde: hij is rechtschapen en onberispelijk, hij heeft ontzag voor God en mijdt het kwaad. Ja, hij is nog even onberispelijk als altijd, en jij hebt mij ertoe aangezet hem zonder reden te gronde te richten.’ 4 Hierop zei Satan: ‘Zijn leven is hem alles waard. Daarvoor geeft hij zijn hele bezit. 5 Maar als u uw hand naar hem uitstrekt en zijn lichaam aantast, zal hij u ongetwijfeld in uw gezicht vervloeken.’ 6 Toen zei de HEER tegen Satan: ‘Goed, doe met hem wat je wilt, maar spaar zijn leven.’ 7 Hierop vertrok Satan en overdekte Job van voetzool tot kruin met kwaadaardige zweren. 8 Job pakte een potscherf om zich te krabben, terwijl hij in het stof en het vuil zat. 9 Zijn vrouw zei tegen hem: ‘Waarom blijf je zo onberispelijk? Vervloek God toch en sterf.’
Wil je ook geestelijk gedoopt worden met de heilige Geest?
Lees dan het boek van Johannes en Lucas '' Het evangelie volgens Johannes (1,1-21,25) '' Het evangelie volgens Lucas (1,1-24,53) ''
Lucas 3:16 maar Johannes zei tegen hen: ‘Ik doop jullie met water, maar er komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om de riemen van zijn sandalen los te maken. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur;
Lucas 3:16 maar Johannes zei tegen hen: ‘Ik doop jullie met water, maar er komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om de riemen van zijn sandalen los te maken. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur;
Mijn lieve God laat mij je gezicht zien
Hooglied 2:14 Mijn duif in de rotskloof, verscholen in de bergwand, laat mij je gezicht zien, laat mij luisteren naar je stem, want je stem is zo lieflijk, je gezicht zo bekoorlijk.’
In mijn droom zocht ik mijn lieve Jezus. Ik zocht en zocht, maar ik kan hem in mijn geest en hart vinden.
Uw geloof moest niet op menselijke wijsheid steunen, maar op de kracht van God
1 Korintiërs 2: 4-5 4 De boodschap die ik verkondigde overtuigde niet door wijsheid, maar bewees zich door de kracht van de Geest, 5 want uw geloof moest niet op menselijke wijsheid steunen, maar op de kracht van God.
Matteüs 7:15-16 15 Pas op voor valse profeten, die in schaapskleren op jullie afkomen maar eigenlijk roofzuchtige wolven zijn. 16 Aan hun vruchten zul je hen herkennen. Men plukt toch geen druiven van doornstruiken of vijgen van distels? Matteüs 24:10-11 10 Velen zullen dan ten val komen, ze zullen elkaar verraden en elkaar haten. 11 Er zullen talrijke valse profeten komen die velen zullen misleiden. 2 Timoteüs 4:3-4 3 Want er komt een tijd dat de mensen de heilzame leer niet meer verdragen, maar leraren om zich heen verzamelen die aan hun verlangens tegemoet komen en hun naar de mond praten. 4 Ze zullen niet meer naar de waarheid luisteren, maar naar verzinsels. Lucas 14:27 Wie niet zijn kruis draagt en mij op mijn weg volgt, kan niet mijn leerling zijn.
Pas op voor valse profeten, er zullen talrijke valse profeten komen
Matteüs 7:15-16 15 Pas op voor valse profeten, die in schaapskleren op jullie afkomen maar eigenlijk roofzuchtige wolven zijn. 16 Aan hun vruchten zul je hen herkennen. Men plukt toch geen druiven van doornstruiken of vijgen van distels? Matteüs 24:10-11 10 Velen zullen dan ten val komen, ze zullen elkaar verraden en elkaar haten. 11 Er zullen talrijke valse profeten komen die velen zullen misleiden. 2 Timoteüs 4:3-4 3 Want er komt een tijd dat de mensen de heilzame leer niet meer verdragen, maar leraren om zich heen verzamelen die aan hun verlangens tegemoet komen en hun naar de mond praten. 4 Ze zullen niet meer naar de waarheid luisteren, maar naar verzinsels. Lucas 14:27 Wie niet zijn kruis draagt en mij op mijn weg volgt, kan niet mijn leerling zijn.
Gratis eigen Kerk bouwen
Jouw eerste kerk is jouw hart!
Met de bijbel kan je gratis en eenvoudig een eigen Kerk bouwen in je Hart. Je kunt het gratis leren op http://www.biblija.net/
Met de bijbel kan je gratis en eenvoudig een eigen Kerk bouwen in je Hart. Je kunt het gratis leren op http://www.biblija.net/
Offeren God jouw liefde door te mediteren
Offeren God jouw liefde door te mediteren (bidden), '' Het is gratis, het maakt niet uit hoe je dat doet. Psalmen 50:14 Breng God een dankoffer en doe wat je de Allerhoogste belooft. Matteüs 6:9-13 het gebed ''Onze Vader in de hemel''
Maak God en zijn woord jouw genot
Maak Jehovah God en zijn woord jouw genot en op hun beurt zullen Jezus Christus en de Heilige Geest jouw geven de wensen van jouw hart!
Psalmen 37:4 Zoek je geluk bij de HEER, hij zal geven wat je hart verlangt. 5 Leg je leven in de handen van de HEER, vertrouw op hem, hij zal dit voor je doen:
Psalmen 37:4 Zoek je geluk bij de HEER, hij zal geven wat je hart verlangt. 5 Leg je leven in de handen van de HEER, vertrouw op hem, hij zal dit voor je doen:
Jezus bloed is een krachtig drank altijd gratis verkrijgbaar
Openbaring 12: 10-11 10 Toen hoorde ik een luide stem in de hemel zeggen: ‘Nu zijn de redding, de macht en het koningschap van onze God werkelijkheid geworden, en de heerschappij van zijn messias. Want de aanklager van onze broeders en zusters, die hen dag en nacht bij onze God aanklaagde, is ten val gebracht. 11 Zij hebben hem dankzij het bloed van het lam en dankzij hun getuigenis overwonnen. Zij waren niet aan het leven gehecht en hebben hun dood aanvaard. Efeziërs 1:7 In hem zijn wij door zijn bloed verlost en zijn onze zonden vergeven, dankzij de rijke genade. 1 Johannes 1:7 Maar gaan we onze weg in het licht, zoals hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde. Romeinen 5:9 Des te zekerder is het dus dat wij, nu we door zijn dood zijn vrijgesproken, dankzij hem zullen worden gered en niet veroordeeld.
Hebreeën 13:12 Daarom heeft ook Jezus, om met zijn eigen bloed het volk te heiligen, buiten de stadspoort geleden. Hebreeën 9:14 hoeveel te meer zal dan niet het bloed van Christus, die dankzij de eeuwige Geest zichzelf heeft kunnen opdragen als offer zonder smet, ons geweten reinigen van daden die tot de dood leiden, en het heiligen voor de dienst aan de levende God? Romeinen 5:1 Wij zijn dus als rechtvaardigen aangenomen op grond van ons geloof en leven in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus. 1 Petrus 2:24 Hij heeft in zijn lichaam onze zonden het kruishout op gedragen, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven. Door zijn striemen bent u genezen. 1 Johannes 1:9 Belijden we onze zonden, dan zal hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad. Hebreeën 10:19 Broeders en zusters, dankzij het bloed van Jezus kunnen we zonder schroom binnengaan in het heiligdom,
Hebreeën 13:12 Daarom heeft ook Jezus, om met zijn eigen bloed het volk te heiligen, buiten de stadspoort geleden. Hebreeën 9:14 hoeveel te meer zal dan niet het bloed van Christus, die dankzij de eeuwige Geest zichzelf heeft kunnen opdragen als offer zonder smet, ons geweten reinigen van daden die tot de dood leiden, en het heiligen voor de dienst aan de levende God? Romeinen 5:1 Wij zijn dus als rechtvaardigen aangenomen op grond van ons geloof en leven in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus. 1 Petrus 2:24 Hij heeft in zijn lichaam onze zonden het kruishout op gedragen, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven. Door zijn striemen bent u genezen. 1 Johannes 1:9 Belijden we onze zonden, dan zal hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad. Hebreeën 10:19 Broeders en zusters, dankzij het bloed van Jezus kunnen we zonder schroom binnengaan in het heiligdom,
Jezus Christus is de spirituele maaltijd van het eeuwig leven
Jezus Christus riep: Johannes 7:37 ‘Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! Johannes 6:47 Waarachtig, ik verzeker u: wie gelooft, heeft eeuwig leven. 48 Ik ben het brood dat leven geeft. Johannes 6:54-55 54 Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en hem zal ik op de laatste dag uit de dood opwekken. 55 Mijn lichaam is het ware voedsel en mijn bloed is de ware drank.
Het Woord van God is....
Het medicijn voor alle soorten ziekten, een balsem voor alle blessures
Spreuken 4:20-24 20 Mijn zoon, heb aandacht voor mijn woorden, geef aan mijn uitspraken gehoor. 21 Houd ze steeds voor ogen, bewaar ze in het diepste van je hart. 22 Ze zijn het leven voor wie ze anvaarden, sterken heel het lichaam als een medicijn. 23 Van alles waarover je waakt, waak vooral over je hart, het is de bron van je leven. 24 Neem nooit leugens in de mond, laat geen bedrog over je lippen komen. Jesaja 53:5 Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing.
Spreuken 4:20-24 20 Mijn zoon, heb aandacht voor mijn woorden, geef aan mijn uitspraken gehoor. 21 Houd ze steeds voor ogen, bewaar ze in het diepste van je hart. 22 Ze zijn het leven voor wie ze anvaarden, sterken heel het lichaam als een medicijn. 23 Van alles waarover je waakt, waak vooral over je hart, het is de bron van je leven. 24 Neem nooit leugens in de mond, laat geen bedrog over je lippen komen. Jesaja 53:5 Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing.
Gods woord werpt licht op de keuzes van ons leven.
105 Uw woord is een lamp voor mijn voet,
een licht op mijn pad.
Gods woord is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten; Hebreeën 4:12 Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden.
De geheimen van het koninkrijk van de hemel deel III
Johannes 1:1 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes 16:12 Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. 1 Petrus 1:12 Er werd hun geopenbaard dat deze boodschap niet voor henzelf bestemd was maar voor u, en nu is deze boodschap u verkondigd door hen die u het evangelie hebben gebracht, gedreven door de heilige Geest die vanuit de hemel werd gezonden. Het zijn geheimen waarin zelfs engelen graag zouden doordringen.
Genesis 1:2 De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. Genesis 1:6-8 6 God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’ 7 En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven. 8 Hij noemde het gewelf hemel. Genesis 1:27 God schiep de mens als zijn evenbeeld, Hebreeën 1:3:13 3 In hem schittert Gods luister, hij is zijn evenbeeld, hij schraagt de schepping met zijn machtig woord; hij heeft, na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods hemelse majesteit, 4 ver verheven boven de engelen omdat hij een eerbiedwaardiger naam heeft ontvangen dan zij. 5 Tegen wie van de engelen heeft God immers ooit gezegd: ‘Jij bent mijn zoon, ik heb je vandaag verwekt’? Of: ‘Ik zal een vader voor hem zijn, en hij voor mij een zoon’? 6 Maar wanneer hij de eerstgeborene de wereld weer binnenleidt, zegt hij: ‘Laten al Gods engelen hem eer bewijzen.’ 7 Over de engelen zegt hij: ‘Die zijn engelen inzet als windvlagen, en zijn dienaren als een vlammend vuur.’ 8 Maar tegen de Zoon zegt hij: ‘God, uw troon houdt stand tot in alle eeuwigheid, en de scepter van het recht is de scepter van uw koningschap. 9 Gerechtigheid hebt u liefgehad en onrecht gehaat; daarom, God, heeft uw God u gezalfd met vreugdeolie, als geen van uw gelijken.’ 10 En ook: ‘In het begin hebt u, Heer, de aarde gegrondvest, en de hemel is het werk van uw handen. 11 Zij zullen vergaan, maar u houdt stand, ze zullen als een gewaad verslijten, 12 als een mantel zult u ze oprollen, als een gewaad zullen ze worden verwisseld; maar u blijft dezelfde, en uw jaren zullen geen einde nemen.’ 13 Tegen wie van de engelen heeft hij ooit gezegd: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, tot ik van je vijanden een bank voor je voeten heb gemaakt’? 14 Zijn zij niet allen dienende geesten, uitgezonden om hen bij te staan die deel zullen krijgen aan de redding?
Lucas 24:39 Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb.’
Genesis 1:2 De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. Genesis 1:6-8 6 God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’ 7 En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven. 8 Hij noemde het gewelf hemel. Genesis 1:27 God schiep de mens als zijn evenbeeld, Hebreeën 1:3:13 3 In hem schittert Gods luister, hij is zijn evenbeeld, hij schraagt de schepping met zijn machtig woord; hij heeft, na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods hemelse majesteit, 4 ver verheven boven de engelen omdat hij een eerbiedwaardiger naam heeft ontvangen dan zij. 5 Tegen wie van de engelen heeft God immers ooit gezegd: ‘Jij bent mijn zoon, ik heb je vandaag verwekt’? Of: ‘Ik zal een vader voor hem zijn, en hij voor mij een zoon’? 6 Maar wanneer hij de eerstgeborene de wereld weer binnenleidt, zegt hij: ‘Laten al Gods engelen hem eer bewijzen.’ 7 Over de engelen zegt hij: ‘Die zijn engelen inzet als windvlagen, en zijn dienaren als een vlammend vuur.’ 8 Maar tegen de Zoon zegt hij: ‘God, uw troon houdt stand tot in alle eeuwigheid, en de scepter van het recht is de scepter van uw koningschap. 9 Gerechtigheid hebt u liefgehad en onrecht gehaat; daarom, God, heeft uw God u gezalfd met vreugdeolie, als geen van uw gelijken.’ 10 En ook: ‘In het begin hebt u, Heer, de aarde gegrondvest, en de hemel is het werk van uw handen. 11 Zij zullen vergaan, maar u houdt stand, ze zullen als een gewaad verslijten, 12 als een mantel zult u ze oprollen, als een gewaad zullen ze worden verwisseld; maar u blijft dezelfde, en uw jaren zullen geen einde nemen.’ 13 Tegen wie van de engelen heeft hij ooit gezegd: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, tot ik van je vijanden een bank voor je voeten heb gemaakt’? 14 Zijn zij niet allen dienende geesten, uitgezonden om hen bij te staan die deel zullen krijgen aan de redding?
Lucas 24:39 Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb.’
De eerste doelstelling van Jezus Christus is bereikt!
Johannes 1:5 Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. Lucas 1:78-79 78 Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan 79 en verschijnen aan allen die leven in duisternis en verkeren in de schaduw van de dood,
zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.’ ’ Efeziërs 4:8-10 8 Daarom staat er: ‘Toen hij opsteeg naar omhoog, voerde hij gevangenen mee en schonk hij gaven aan de mensen.’ 9 ‘Hij steeg op’ – wat betekent dat anders dan dat hij ook is afgedaald naar wat lager ligt, naar de aarde? 10 Hij die is afgedaald is dezelfde als hij die opsteeg, tot boven de hemelsferen, om alles met zijn aanwezigheid te vullen. Lucas 23:43-46 43 Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn.’ 44-45 Rond het middaguur werd het donker in het hele land doordat de zon verduisterde. De duisternis hield drie uur aan. Toen scheurde het voorhangsel van de tempel doormidden. 45 [44–45] 46 En Jezus riep met luide stem: ‘Vader, in uw handen leg ik mijn geest.’ Toen hij dat gezegd had, blies hij de laatste adem uit Matteüs 27:52 52 De graven werden geopend en de lichamen van veel gestorven heiligen werden tot leven gewekt; 53 na Jezus’ opstanding kwamen ze uit de graven, gingen de heilige stad binnen en maakten zich bekend aan een groot aantal mensen. Matteüs 28:5-7 8 De engel richtte zich tot de vrouwen en zei: ‘Wees niet bang, ik weet dat jullie Jezus, de gekruisigde, zoeken. 6 Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de plaats waar hij gelegen heeft. 7 En ga nu snel naar zijn leerlingen en zeg hun: “Hij is opgestaan uit de dood, en dit moeten jullie weten: hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zul je hem zien.” Dat is wat ik jullie te zeggen had.’ . Lucas 24:39 Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb.’ 40 Daarna toonde hij hun zijn handen en zijn voeten. Matteüs 28:18 Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde.
zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.’ ’ Efeziërs 4:8-10 8 Daarom staat er: ‘Toen hij opsteeg naar omhoog, voerde hij gevangenen mee en schonk hij gaven aan de mensen.’ 9 ‘Hij steeg op’ – wat betekent dat anders dan dat hij ook is afgedaald naar wat lager ligt, naar de aarde? 10 Hij die is afgedaald is dezelfde als hij die opsteeg, tot boven de hemelsferen, om alles met zijn aanwezigheid te vullen. Lucas 23:43-46 43 Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn.’ 44-45 Rond het middaguur werd het donker in het hele land doordat de zon verduisterde. De duisternis hield drie uur aan. Toen scheurde het voorhangsel van de tempel doormidden. 45 [44–45] 46 En Jezus riep met luide stem: ‘Vader, in uw handen leg ik mijn geest.’ Toen hij dat gezegd had, blies hij de laatste adem uit Matteüs 27:52 52 De graven werden geopend en de lichamen van veel gestorven heiligen werden tot leven gewekt; 53 na Jezus’ opstanding kwamen ze uit de graven, gingen de heilige stad binnen en maakten zich bekend aan een groot aantal mensen. Matteüs 28:5-7 8 De engel richtte zich tot de vrouwen en zei: ‘Wees niet bang, ik weet dat jullie Jezus, de gekruisigde, zoeken. 6 Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de plaats waar hij gelegen heeft. 7 En ga nu snel naar zijn leerlingen en zeg hun: “Hij is opgestaan uit de dood, en dit moeten jullie weten: hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zul je hem zien.” Dat is wat ik jullie te zeggen had.’ . Lucas 24:39 Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb.’ 40 Daarna toonde hij hun zijn handen en zijn voeten. Matteüs 28:18 Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde.
Jullie mogen de geheimen van het koninkrijk van de hemel kennen
Johannes 16:12-15 12 Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. 13 De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat. 14 Door jullie bekend te maken wat hij van mij heeft, zal hij mij eren. 15 Alles wat van de Vader is, is van mij – daarom heb ik gezegd dat hij alles wat hij jullie bekend zal maken, van mij heeft. Matteüs 13:11 Hij antwoordde: ‘Jullie mogen de geheimen van het koninkrijk van de hemel kennen, hun is dat niet gegeven. Matteüs 13:14 In hen komt deze profetie van Jesaja tot vervulling: “Jullie zullen goed luisteren maar niets begrijpen, en jullie zullen goed kijken maar geen inzicht hebben.
Genesis 1:6-8 6 God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’ 7 En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven. 8 Hij noemde het gewelf hemel. Job 38:7-12 7 terwijl de morgensterren samen jubelden en Gods zonen het uitschreeuwden van vreugde? 8 En wie sloot de zee af met een deur,
toen ze uit de schoot van de aarde brak? 9 Ik hulde haar in een gewaad van wolken en omwond haar met donkere nevels. 10 Ik legde haar mijn grenzen op en sloot haar af met deur en grendelbalk, 11 en zei: “Tot hiertoe en niet verder, dit is de grens die ik je trotse golven stel.” 12 Heb jij ooit de morgen ontboden,
de dageraad zijn plaats gewezen,
Genesis 1:6-8 6 God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’ 7 En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven. 8 Hij noemde het gewelf hemel. Job 38:7-12 7 terwijl de morgensterren samen jubelden en Gods zonen het uitschreeuwden van vreugde? 8 En wie sloot de zee af met een deur,
toen ze uit de schoot van de aarde brak? 9 Ik hulde haar in een gewaad van wolken en omwond haar met donkere nevels. 10 Ik legde haar mijn grenzen op en sloot haar af met deur en grendelbalk, 11 en zei: “Tot hiertoe en niet verder, dit is de grens die ik je trotse golven stel.” 12 Heb jij ooit de morgen ontboden,
de dageraad zijn plaats gewezen,
Pas op voor valse profeten, er zullen talrijke valse profeten komen
Matteüs 7:15-16 15 Pas op voor valse profeten, die in schaapskleren op jullie afkomen maar eigenlijk roofzuchtige wolven zijn. 16 Aan hun vruchten zul je hen herkennen. Men plukt toch geen druiven van doornstruiken of vijgen van distels? Matteüs 24:10-11 10 Velen zullen dan ten val komen, ze zullen elkaar verraden en elkaar haten. 11 Er zullen talrijke valse profeten komen die velen zullen misleiden. 2 Timoteüs 4:3-4 3 Want er komt een tijd dat de mensen de heilzame leer niet meer verdragen, maar leraren om zich heen verzamelen die aan hun verlangens tegemoet komen en hun naar de mond praten. 4 Ze zullen niet meer naar de waarheid luisteren, maar naar verzinsels. Lucas 14:27 Wie niet zijn kruis draagt en mij op mijn weg volgt, kan niet mijn leerling zijn.
Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben
Matteüs 6:11 Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Exodus 16:4 De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen. Johannes 1: 36 Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het lam van God.’Johannes 6:51 Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven. En het brood dat ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam.’
Jezus Christus is het brood dat uit de hemel is neergedaald
Matteüs 6:11 Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Exodus 16:4 De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen. De mensen moeten er dan elke dag op uit gaan om net zo veel te verzamelen als ze voor die dag nodig hebben. Daarmee stel ik hen op de proef: ik wil zien of ze zich aan mijn voorschriften houden. Exodus 16:16 De HEER heeft bepaald dat ieder ervan kan verzamelen wat hij nodig heeft. Iedereen mag er één omer van nemen voor elke persoon die bij hem in de tent woont.’ 17 De Israëlieten deden dat. De een verzamelde veel, de ander weinig.Johannes 6:31-38 31 Onze voorouders hebben immers manna in de woestijn gegeten, zoals geschreven staat: “Brood uit de hemel heeft hij hun te eten gegeven.”’ 32 Maar Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader; hij geeft u het ware brood uit de hemel. 33 Het brood van God is het brood dat neerdaalt uit de hemel en dat leven geeft aan de wereld.’ 34 ‘Geef ons altijd dat brood, Heer!’ zeiden ze toen. 35 ‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben. 36 Maar ik heb u al gezegd dat u niet gelooft, ook al hebt u me gezien. 37 Iedereen die de Vader mij geeft zal bij mij komen, en wie bij mij komt zal ik niet wegsturen, 38 want ik ben niet uit de hemel neergedaald om te doen wat ik wil, maar om te doen wat hij wil die mij gezonden heeft. Johannes 6:48 Ik ben het brood dat leven geeft.
Jezus Christus is het lam van God, Jezus Christus is het lichaam van God
Het lam van God is het lichaam van God, zo heeft God zijn lichaam geofferd voor onze zonde. Jezus Christus heeft onze zonde op zich genomen en stierf voor ons.
Johannes 1:1-2 1 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Het was in het begin bij God. Johannes 1:4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Johannes 1:10 Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. Johannes 1:14 Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. Johannes 1:29 De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen, en hij zei: ‘Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt. Johannes 1: 36 Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het lam van God.’
Johannes 1:1-2 1 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Het was in het begin bij God. Johannes 1:4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Johannes 1:10 Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. Johannes 1:14 Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. Johannes 1:29 De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen, en hij zei: ‘Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt. Johannes 1: 36 Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het lam van God.’
Liefde tot Jehovah God is sleutel van de hemel, zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid.
Je moet liefde hebben voor God, mensen, vogels, dieren en planten. Net als God van ons houden en heeft hemel en aarde met liefde geschapen. Genesis 1,1-2,3 "Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid''.
Marcus 12:30 heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.Johannes 14:15 Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. 1 Johannes 2:4-6 4 Wie zegt: ‘Ik ken hem,’ maar zich niet aan zijn geboden houdt, is een leugenaar; de waarheid is niet in hem. 5 In wie zich aan Gods woord houdt, is zijn liefde ten volle werkelijkheid geworden; hierdoor weten we dat we in hem zijn. 6 Wie zegt in hem te blijven, behoort in de voetsporen van Jezus te treden. 1 Johannes 4:8 Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde. 9 En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door hem zouden leven.
Marcus 12:30 heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.Johannes 14:15 Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. 1 Johannes 2:4-6 4 Wie zegt: ‘Ik ken hem,’ maar zich niet aan zijn geboden houdt, is een leugenaar; de waarheid is niet in hem. 5 In wie zich aan Gods woord houdt, is zijn liefde ten volle werkelijkheid geworden; hierdoor weten we dat we in hem zijn. 6 Wie zegt in hem te blijven, behoort in de voetsporen van Jezus te treden. 1 Johannes 4:8 Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde. 9 En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door hem zouden leven.
Jezus Christus is de wegwijzer naar de Paradijs
Jezus Christus is gekomen om mensen de weg te wijzen naar de Paradijs en liefde is de enige sleutel.
Johannes 12:47 Als iemand mijn woorden hoort maar ze niet bewaart, zal ik niet over hem oordelen. Ik ben immers niet gekomen om over de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden. Johannes 14:6 Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. Openbaring 1:18 Ik ben degene die leeft; ik was dood, maar ik leef, nu en tot in eeuwigheid. Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk. 1 Korintiërs 13:1-13 1 Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal. 2 Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. 3 Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten.4 De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. 5 Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, 6 ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. 7 Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.8 De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – 9 want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt. 10 Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen. 11 Toen ik nog een kind was sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke achter me gelaten. 12 Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. 13 Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.
Jehovah God is de levende God die bestaat in eeuwigheid
Daniël 6:27-28 27 Hierbij beveel ik dat iedereen in het machtsgebied van mijn koninkrijk eerbiedig ontzag moet tonen voor de God van Daniël. Want hij is de levende God die bestaat in eeuwigheid. Zijn koningschap gaat nooit te gronde en zijn heerschappij is zonder einde. 28 Hij redt en bevrijdt, geeft tekenen en doet wonderen in de hemel en op aarde; hij heeft Daniël uit de klauwen van de leeuwen gered.’
De engelen van Jehovah God
Exodus 3:2 Daar verscheen de engel van de HEER aan hem in een vuur dat uit een doornstruik opvlamde. Mozes zag dat de struik in brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd.
Exodus 14:19 De engel van God, die steeds voor het leger van de Israëlieten uit was gegaan, stelde zich nu achter hen op. Ook de wolkkolom die eerst voor hen uit ging stelde zich achter hen op,
Daniël 6:23 Mijn God heeft zijn engel gezonden en de leeuwenmuilen gesloten. Ze hebben mij geen kwaad gedaan, omdat hij mij onschuldig acht; maar ook u, majesteit, heb ik niets misdaan.’
Exodus 14:19 De engel van God, die steeds voor het leger van de Israëlieten uit was gegaan, stelde zich nu achter hen op. Ook de wolkkolom die eerst voor hen uit ging stelde zich achter hen op,
Daniël 6:23 Mijn God heeft zijn engel gezonden en de leeuwenmuilen gesloten. Ze hebben mij geen kwaad gedaan, omdat hij mij onschuldig acht; maar ook u, majesteit, heb ik niets misdaan.’
Jezus Christus is de weg naar het Paradijs
Johannes 3:3 Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ Johannes 3:18 Over wie in hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon. Johannes 14:6 6 Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. 7 Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien.’
Jezus Christus als manager
Matteüs 16:16-21 16 ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. 17 Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel. 18 En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen. 19 Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’ 20 Daarop verbood hij de leerlingen ook maar tegen iemand te zeggen dat hij de messias was.
21 Vanaf die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden door toedoen van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, en dat hij gedood zou worden, maar op de derde dag uit de dood zou worden opgewekt.
Handelingen 20:28-35 28 Zorg voor uzelf en voor de hele kudde waarover de heilige Geest u als herder heeft aangesteld; u bent de opzieners van Gods gemeente, die hij verworven heeft door het bloed van zijn eigen Zoon. 29 Ik weet dat er na mijn vertrek woeste wolven bij u zullen binnendringen, die de kudde niet zullen ontzien. 30 Uit uw eigen kring zullen mensen voortkomen die de waarheid verdraaien om de leerlingen voor zich te winnen. 31 Wees daarom waakzaam en vergeet niet hoe ik ieder van u drie jaar lang dag en nacht onder tranen steeds weer raad heb gegeven.
32 Nu vertrouw ik u toe aan God en aan het evangelie van zijn genade, dat onze gemeenschap kan opbouwen en dat het beloofde erfdeel zal schenken aan allen die hem toebehoren. 33 Geld of kleding heb ik van niemand verlangd;34 u weet wel dat ik eigenhandig heb voorzien in mijn levensonderhoud en dat van mijn metgezellen. 35 In alles heb ik u getoond dat u de zwakken zo, door hard te werken, moet steunen, indachtig de woorden van de Heer Jezus, die immers gezegd heeft: “Geven maakt gelukkiger dan ontvangen.”’
Abonneren op:
Posts (Atom)