1 Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een psalm, een lied.
2 God, wees ons genadig en zegen ons,
laat het licht van uw gelaat over ons schijnen, sela
3 dan zal men op aarde uw weg leren kennen,
in heel de wereld uw reddende kracht.
4 Dat de volken u loven, God,
dat alle volken u loven.
5 Laten de naties juichen van vreugde,
want u bestuurt de volken rechtvaardig
en regeert over de landen op aarde. sela
6 Dat de volken u loven, God,
dat alle volken u loven.
7 De aarde heeft een rijke oogst gegeven,
God, onze God, zegent ons.
8 Moge God ons blijven zegenen,
zodat men ontzag voor hem heeft
tot aan de einden der aarde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten