10 stappen om je onzekerheid te overwinnen
- Exodus 4:3 ‘Gooi hem op de grond,’ beval de HEER, en toen Mozes dat deed, veranderde de staf in een slang. Mozes deinsde achteruit,
- Exodus 4:4 maar de HEER zei tegen hem: ‘Grijp de slang bij zijn staart.’ Toen Mozes dat deed, veranderde in zijn hand de slang weer in een staf.
- Exodus 4:6 Ook zei hij: ‘Steek je hand eens in je kleed.’ Mozes deed dat, en toen hij zijn hand er weer uit trok, zat die onder de uitslag, hij was sneeuwwit.
- Exodus 4:7 ‘Steek je hand nog eens in je kleed,’ zei de HEER. Mozes deed het en toen hij zijn hand er opnieuw uit trok, zag die er weer net zo uit als de rest van zijn huid.
- Exodus 4:8-9 ‘Als ze je niet geloven en zich niet door het eerste wonderteken laten overtuigen,’ zei de HEER, ‘dan zullen ze zich wel laten overtuigen door het tweede. 9 Maar zijn ze door geen van deze beide wonderen te overtuigen en blijven ze weigeren naar je te luisteren, dan moet je water uit de Nijl scheppen en dat over het land uitgieten; het water zal op het droge in bloed veranderen.’
- Exodus 4:11-12 11 De HEER zei: ‘Wie heeft de mens een mond gegeven? Wie maakt iemand stom of doof, ziende of blind? Wie anders dan ik, de HEER? 12 Ga nu, ik zal bij je zijn als je moet spreken en je de woorden in de mond leggen.’
- Exodus 4:17 En neem je staf in de hand, want daarmee moet je de wonderen doen.’
- Exodus 4:21-23 21 Toen zei de HEER tegen Mozes: ‘Nu je teruggaat naar Egypte, moeten jullie daar de farao alle wonderen laten zien waartoe ik je de macht heb gegeven. Ik zal ervoor zorgen dat hij hardnekkig weigert het volk te laten gaan. 22 En dan moet jij tegen de farao zeggen: “Dit zegt de HEER: Israël is mijn zoon, mijn eerstgeboren zoon. 23 Ik heb je bevolen mijn zoon te laten gaan om mij te vereren, maar dat heb je geweigerd. Daarom zal ik je eerstgeboren zoon doden.”’
- Exodus 14:21-22 21 Toen hield Mozes zijn arm boven de zee, en de HEER liet de zee terugwijken door gedurende de hele nacht een krachtige oostenwind te laten waaien. Hij veranderde de zee in droog land. Het water spleet, 22 en zo konden de Israëlieten dwars door de zee gaan, over droog land; rechts en links van hen rees het water op als een muur.
- Exodus 14:26-31 26 De HEER zei tegen Mozes: ‘Strek je arm uit boven de zee; dan stroomt het water terug, over de Egyptenaren en over al hun wagens en ruiters.’ 27 Mozes gehoorzaamde, en toen de dageraad aanbrak, stroomde de zee terug naar haar gewone plaats. De Egyptenaren vluchtten het water tegemoet, de HEER dreef hen regelrecht de golven in. 28 Het terugstromende water overspoelde het hele leger van de farao, al zijn wagens en ruiters, die achter de Israëlieten aan de zee in gereden waren; niet een van hen bleef in leven. 29 Maar de Israëlieten waren dwars door de zee gegaan, over droog land, terwijl rechts en links van hen het water als een muur omhoogrees. 30-31 Zo redde de HEER de Israëlieten die dag uit de handen van de Egyptenaren. Toen ze de Egyptenaren dood langs de zee zagen liggen en het tot hen doordrong hoe krachtig de HEER tegen Egypte was opgetreden, kregen ze ontzag voor de HEER en stelden ze hun vertrouwen in hem en in zijn dienaar Mozes.
De sleutelwoorden: gooien, grijpen, doen, opnieuw, overtuigen, gaan, nemen, zorgen, veranderen, gehoorzamen.
Meditatie: verander je onzekerheid in een slang, pak de slang, verander dit in een staf en probeer het weer opnieuw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten